De top ligt buiten je comfortzone
- Harry Nijland

- 14 jul
- 3 minuten om te lezen

Sabine werkt als manager bij een snelgroeiend ICT-bedrijf. Ze is analytisch sterk, toegewijd en ervaren. Haar team draait goed, collega’s vertrouwen op haar kennis en stabiliteit. En toch knaagt er iets. Al maanden voelt ze zich alsof ze stilvalt. Er zit meer in haar, dat weet ze zeker. Maar hoe ze daar moet komen? Dat blijft mistig.
Wat Sabine beleefde, herkennen we vaak bij leiders met ambitie. Ze voelt dat ze toe is aan de volgende stap – echt invloed op strategisch niveau, bepalend zijn aan de directietafel – maar merkt dat ze zichzelf daarin tegenhoudt. Niet uit onwil. Maar omdat het ongemakkelijk voelt om die oude zekerheden los te laten. Want dat is precies waar leiderschap schuurt: niet in het harder werken of nóg meer kennis vergaren, maar in het doorbreken van patronen die ooit hebben geholpen – en nu in de weg zitten.
Sabine is goed in wat ze doet. Dat geeft zekerheid. Maar in overleggen op MT-niveau houdt ze zich op de achtergrond. Ze over-analyseert, wacht af, en stelt zichzelf steeds de vraag die veel leiders stiekem bezighoudt: “Ben ik wel goed genoeg?” En precies die innerlijke twijfel houdt haar in de comfortzone: veilig, vertrouwd – maar ook erg verstikkend.
Samen onderzochten we het model van de vijf ontwikkelzones: comfort, angst, leren, groei en transformatie. Sabine herkende zichzelf direct in de eerste twee. Ze zag hoe snel angst haar terugduwde zodra ze een stap buiten de gebaande paden wilde zetten.
De echte doorbraak kwam toen ik haar de vraag stelde: “Wat zou de moedigste versie van jezelf doen?” Dat bracht haar in beweging. Geen grootse verandering, geen nieuwe rol of training, maar één gerichte actie: een analyse schrijven over de personeelsdruk op de supportafdeling – met drie concrete verbetervoorstellen. Geen show, geen opsmuk. Gewoon waarde delen vanuit haar vakmanschap. De respons was direct en onverwacht: binnen een uur werd ze agendeerd voor het eerstvolgende MT-overleg. Niet omdat ze zich ‘bewijzen’ moest, maar omdat ze zichzelf liet zien – helder, betrokken en met visie.
Dat moment markeerde geen eindpunt, maar eerder een nieuw begin. Vanaf daar zette Sabine kleine stappen buiten haar comfortzone. Ze sprak zich vaker uit. Ze wees werk af dat haar onnodig in het operationele hield. Ze ging lastige gesprekken niet langer uit de weg. Elke stap spannend, maar ze bleef bewegen. En met elke stap verschoof er iets: in haar positie, in de reactie van collega’s – en vooral in haar zelfbeeld.
Sabine ging niet langer uit van de vraag of ze het wel goed deed. Ze ging staan voor wat ze belangrijk vond. Dáár begon het echte leiderschap. Niet ingegeven door bewijsdrang, maar gevoed door innerlijke richting. Dit is de kern van mijn werk als coach: leiders helpen om te groeien door te durven bewegen. Ook als het oncomfortabel aanvoelt. Ook als je het nog niet zeker weet. Want leiderschap vraagt geen perfectie. Het vraagt moed en de bereidheid om je eigen patronen onder ogen te zien – en ze stap voor stap los te laten.
Sabine staat inmiddels genomineerd voor een promotie. Niet omdat ze is veranderd in iemand anders, maar omdat ze zichzelf toestemming gaf om groter te gaan staan.
En jij? Ben jij nog aan het wachten tot je er ‘klaar voor bent’? Of geef je jezelf vandaag de ruimte om klein spel los te laten?





Opmerkingen